Voedings- en eetproblemen komen kinderen vaak voor en gaan meestal (vanzelf) over. Bij persisterende voedings- en eetproblemen kan een voedings- of eetstoornis ontstaan. Dit wordt vaker gezien bij kinderen met chronische lichamelijke aandoeningen, psychomotore retardatie en psychiatrische problematiek.
Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (avoidant/restrictive food intake disorder, ARFID) is een nieuwe classificatie (DSM-5) voor voedings- en eetproblemen die worden gekenmerkt door een selectieve of restrictieve voedselinname die invloed heeft op het lichamelijk en psychosociaal functioneren van het kind. Binnen deze classificatie worden drie subtypen beschreven: 1) geen interesse in voeding, 2) vermijding vanwege sensorische eigenschappen van voeding en 3) angst voor aversieve gevolgen van voeding.
Persisterende en ernstige voedings- en eetproblemen zijn bijna altijd het gevolg van een interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren. Het biopsychosociale model is daarom een handig instrument om deze factoren in kaart te brengen en ze met (kind en) ouders te bespreken. Daarnaast biedt het model een leidraad voor de – bij voorkeur multidisciplinair uitgevoerde – diagnostiek en behandeling.
Auteurs |
Paes, B.F.
Theuns-Valks, S.D.M. Dumont, E.L.M. |
---|---|
Rubriek | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 7 juni 2022 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 16 - editie 2 - Nummer 2 | Voeding en vitaminen |
Na het lezen van dit artikel: