De meerderheid van de pasgeborenen onder de leeftijd van één jaar overlijdt na een medische beslissing rond het levenseinde. Meestal gaat het om het besluit om de kunstmatige beademing te staken bij een pasgeborene zonder overlevingskans. In bijna alle overige gevallen wordt besloten om de beademing te staken vanwege de sombere toekomstverwachting van het kind. In beide situaties worden de noodzakelijke maatregelen getroffen om het comfort van de pasgeborene te verzekeren. Beide beslissingen worden gezien als normaal medisch handelen. In uitzonderlijke gevallen, als er sprake is van een stabiele pasgeborene met uitzichtloos en ondraaglijk lijden, kan de arts besluiten om actieve levensbeëindiging toe te passen. De zorgvuldigheidseisen waaraan voldaan moet worden zijn beschreven in het Gronings Protocol.
Auteurs | Verhagen, Prof. dr. mr. A.A.E. |
---|---|
Rubriek | Bijzondere indicaties |
Publicatie | 25 juni 2008 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 2 - editie 2 - Nummer 2 | De pasgeborene |