Onevenwichtige foetofoetale transfusie bij monochoriale tweelingen kan leiden tot chronisch tweelingtransfusiesyndroom (TTS), acuut perinataal TTS of tweelinganemie-polycytemiesequentie (TAPS). Deze drie aandoeningen kunnen zich presenteren met de geboorte van een bleke (anemische) en rode (polycytemische) neonaat. Informatie over het antenatale beloop, bloedonderzoek bij de geboorte (vooral naar het aantal reticulocyten) en kleurinjectieonderzoek van de placenta maken differentiatie mogelijk. Chronisch TTS gaat gepaard met echografisch gedetecteerde grote vruchtwaterverschillen en vaak met klachten van de zwangere. Acuut perinataal TTS en TAPS zijn niet altijd antenataal te detecteren. Onderscheid tussen deze twee kan worden gemaakt door te kijken naar de reticulocytenratio bij de geboorte (lage ratio bij acuut TTS, hoge ratio bij TAPS), het type vaatverbindingen op de placenta (grote verbindingen bij acuut TTS, minuscule verbindingen bij TAPS) en de kleur van de maternale zijde van de placenta (egale kleur bij acuut TTS, groot kleurverschil bij TAPS). Het neonatale beleid richt zich op de behandeling van anemie en polycytemie en is conform de landelijke richtlijnen voor deze aandoeningen.
Bekijk het introductiefilmpje van dit artikel:
Auteurs |
Tollenaar, L.S.A.
Lopriore, E. |
---|---|
Rubriek | Patiëntenzorg |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 7 december 2018 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 12 - editie 4 - Nummer 4 | Gecentraliseerde zorg |
Na het lezen van dit artikel: