Geaccrediteerde nascholing
Menu

Hoe wordt een pediatrische patiënt een volwassen patiënt?

Gesprekken met Mariël Verwaal en Hankje Escher

Door op 14-12-2012

Kleine kinderen worden, als het goed is, groot. Kinderartsen moeten de zorg voor kinderen met chronische aandoeningen dan overdragen aan hun ‘volwassen’ collega’s.  Voor de patiënt verandert er echter meer dan alleen dat een nieuwe dokter de zorg overneemt. Specialisten die volwassenen zien, begeleiden hun patiënten immers fundamenteel anders dan kinderartsen. Waar ouders bij de kinderarts nog een essentiële intermediërende rol vervullen, raken ze na de transitie uit beeld: ‘volwassen’ dokters richten zich rechtstreeks tot de patiënt. Dat ouders meekomen bij de controles, wordt dan ook vaak eerder als storend ervaren dan als nuttig. Ook het initiatief komt bij de patiënt te liggen. Houdt deze zich niet aan adviezen en afspraken, tant pis.
Die overgang verloopt niet vanzelf. De patiënt moet er bij voorkeur voor worden klaargestoomd, zodat hij is opgewassen tegen zijn nieuwe rol. Dat proces wordt transitie genoemd. Transitie is hot. Overal ontstaan initiatieven om de overgang van onmondige naar mondige patiënt in goede banen te leiden. Maar de weg naar een goed protocol is hobbelig. In dit interview vertellen twee pioniers over hun ervaringen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Kneepkens, Dr. C.M.F.
Rubriek Interview
Publicatie 14 december 2012
Editie Praktische Pediatrie - Jaargang 6 - editie 4 - Nummer 4 | De puber