Paracetamol is in de meeste gevallen een veilige pijnstiller. Bij pijn in het keel-, neus- en oorgebied is het effectief, maar bij migraine en pijn veroorzaakt door botbreuken geeft het minder pijnstilling dan ibuprofen. Na orale toediening wordt het vlot opgenomen; de rectale toediening is trager en soms onvolledig, zeker bij pasgeborenen. De intraveneuze vorm bereikt snel het centrale zenuwstelsel, waar het middel werkt. Bij langdurig gebruik kan paracetamol leverschade veroorzaken en leiden tot hoofdpijn. Bij ernstige intoxicatie kan leverschade beperkt worden door het geven van N-acetylcysteïne. Dit middel heeft echter vaak bijwerkingen, meestal mild van aard. Gebruik van paracetamol op jonge leeftijd is in epidemiologische studies geassocieerd met een verhoogd risico op astma en autisme later.
Auteurs | dr. T.W. (Tjalling) de Vries, |
---|---|
Rubriek | Farmacotherapie |
Publicatie | 9 juni 2011 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 5 - editie 2 - Nummer 2 | Evidence-based pediatrics |