Geaccrediteerde nascholing
Menu

Ambulante behandeling van zuigelingen met koorts

11 september 2017 Geen reacties
Categorie: Blog

De behandeling van jonge zuigelingen met koorts is vaak een uitdaging. We weten dat de kans op een ernstige bacteriële infectie bij deze patiënten groter is dan bij oudere kinderen en daarom wordt in veel richtlijnen een agressiever beleid aanbevolen. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat het in de meeste gevallen gaat om een eenvoudige virale infectie. De vraag is (onder meer) hoe zinvol het is om een lumbaalpunctie te verrichten bij deze kinderen en in welke gevallen antibiotica moeten worden gegeven. Een Spaanse groep uit Bilbao onderzocht dit en publiceerde erover in Arch Dis Child. (Mintegi S, et al. 2017;102:244-9).
Zij ontwierpen een prospectieve cohortstudie waarin alle zuigelingen met koorts van onbekende origine, jonger dan 90 dagen en gepresenteerd op de spoedeisende hulp, gedurende een periode van 7 jaar werden geïncludeerd. In het bijzonder ging het daarbij om de analyse van de zuigelingen met een laag risico op een ernstige bacteriële infectie. Een laag risico werd als volgt gedefinieerd: niet ziek, ouder dan 21 dagen oud, geen leukocyturie, absoluut aantal neutrofielen ≤ 10.000, CRP ≤ 20 en geen klinische verslechtering tijdens het verblijf op de SEH.

In deze periode van 7 jaar presenteerden zich 1472 zuigelingen met koorts van onbekende origine op de SEH van het universiteitsziekenhuis van Bilbao. Van deze kinderen konden er 676 worden geclassificeerd als zuigelingen met een laag risico. Bij deze kinderen werd geen lumbaalpunctie gedaan en zij kregen geen antibiotica. Wel werden ze gedurende enige tijd (altijd korter dan 24 uur) geobserveerd op de zogenoemde short-stayafdeling van de SEH. Van deze groep kinderen konden er 595 (88,1%) vervolgens huiswaarts keren (9 patiënten kregen toch orale antibiotica, helaas blijft onduidelijk waarom). Van deze laagrisicokinderen werden er 81 uiteindelijk opgenomen in de kliniek, meestal vanwege het persisteren van hoge koorts, voedingsproblemen of bezorgdheid bij de ouders. Overigens is bij geen van deze 81 patiënten een ernstige bacteriële infectie vastgesteld. Datzelfde geldt voor de 595 kinderen die naar huis konden. Weliswaar presenteerde een aantal van hen (51 kinderen) zich later toch nog op de SEH, maar ook bij deze groep werd bij geen enkel kind een ernstige bacteriële infectie vastgesteld. Overigens was er geen verschil in herhaalbezoeken aan de SEH tussen de kinderen die slechts enkele uren op de short-stayafdeling hadden verbleven en de kinderen die daar langer hadden verbleven.

Bij een zorgvuldige selectie van jonge zuigelingen met koorts van onbekende origine kan veilig worden afgezien van het doen van een lumbaalpunctie en het starten met antibiotica. Onze Nederlandse richtlijn geeft ons gelukkig ook die ruimte, maar het is prettig om te weten dat dit wordt ondersteund door deze prospectieve studie.