Geaccrediteerde nascholing
Menu

Baat het niet, schaadt het dan niet?

10 september 2021 dr. T.W. (Tjalling) de Vries,, Morfouace, M, Geen reacties
Categorie: Blog

Regelmatig krijgen de zogenoemde huilbaby’s of kinderen met functionele dyspepsie op proef een protonpompremmer (PPR) voorgeschreven, onder het motto: ‘Baat het niet, dan schaadt het niet’. Maar schaadt het echt niet? In Zweden werd een grote nationale cohortstudie opgezet na eerdere aanwijzingen voor een hogere prevalentie van astma onder kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap een PPR gebruikten en een observationele studie onder kinderen die op jonge leeftijd een PPR voorgeschreven hadden gekregen.1-3 De onderzoekers verzamelden uit het landelijke register voor alle kinderen die tussen 2007-2016 jonger dan 18 jaar waren, of zij gedurende die studieperiode een PPR voorgeschreven hadden gekregen en of zij een astmadiagnose hadden (in het ziekenhuis gerapporteerd of gesteld o.b.v. voorschrift van twee medicamenten geregistreerd voor astmabehandeling). Daarnaast werden demografische gegevens en informatie over comorbiditeit en comedicatie verzameld. Van de gehele bronpopulatie van ruim drie miljoen kinderen had 3,4% een PPR-voorschrift. Voor elk kind met een PPR-voorschrift werden tientallen kinderen van dezelfde leeftijd maar zonder PPR-voorschrift uit de bronpopulatie geselecteerd. Na exclusie van kinderen op basis van vooropgestelde criteria bleven er 81 452 PPR-gebruikers en 22 keer zo veel niet-gebruikers van gelijke leeftijd over. De onderzoekers gebruikten een propensity score om patiënten uit de twee groepen te matchen: deze score weerspiegelt de kans op het ontvangen van de behandeling voor elke individuele patiënt en is in dit stuk gebaseerd op zowel demografische, medische als sociaal-economische covariabelen. Na een-op-een propensity score matching werden twee gebalanceerde cohorten gecreëerd met elk 80 870 kinderen. De kinderen uit de groep van PPR-gebruikers hadden vaker astma dan de niet-gebruikers (hazard ratio (HR) 1,57; 95%-betrouwbaarheidsinterval 1,49-1,64). De HR hing niet af van de verstreken tijd sinds PPR-voorschrift, het specifieke middel of de duur van het PPR-gebruik. Er werd wel een statistisch significant groter risico op het ontwikkelen van astma gezien bij de jongere leeftijdsgroepen (< 6 maanden oud en 6 maanden-2 jaar oud) ten opzichte van de oudere kinderen, voor kinderen zonder atopische aanleg en zonder recent gebruik van systemische corticosteroïden. De auteurs verklaren dit effect vanuit een verstoring van het microbioom in longen en darmen door de veranderde zuurtegraad in de maag bij PPR gebruik.

PPR’s hebben een rol in de behandeling van gastro-oesofageale refluxziekte, H. pylori-eradicatie en mogelijk bij functionele dyspepsie. Het is echter goed om te beseffen dat die behandeling gepaard gaat met een verhoogd risico op astma. Mocht het middel niet baten, kan het wel schaden. Deze informatie moet worden meegenomen in de afweging over het wel of niet starten van een PPR en in de informatievoorziening aan patiënten en ouders, zeker bij toepassing ‘op proef’ zoals bij huilbaby’s.

Literatuur

1      Hak E, Mulder B, Schuiling-Veninga CC, et al. Use of acid-suppressive drugs in pregnancy and the risk of childhood asthma: bidirectional crossover study using the general practice research database. Drug Saf. 2013;36(11):1097-1104.

2      Mitre E, Susi A, Kropp LE, et al. Association between use of acid-suppressive medications and antibiotics during infancy and allergic diseases in early childhood. JAMA Pediatr. 2018;172(6):e180315.

3     Wang YH, Wintzell V, Ludvigsson JF, et al.; Association between proton pump inhibitor use and risk of asthma in children. JAMA Pediatr. 2021;175(4):394-403.