Geaccrediteerde nascholing
Menu

Epilepsie, koortsconvulsies en het risico op ADHD

12 december 2016 Illy, Drs. K.E. (1 reactie)
Categorie: Blog

Wereldwijd wordt de prevalentie van epilepsie geschat op zo’n 0,5 tot 0,9%, met de hoogste incidentie op de vroege kinderleeftijd. Vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en een lage apgarscore zijn geassocieerd met een verhoogd risico op epilepsie en koortsconvulsies. Deze zelfde risicofactoren zijn ook geassocieerd met een verhoogde kans op ADHD. Er zijn daarnaast nog andere gemeenschappelijke risicofactoren, zoals leeftijd van de ouders, familiaire voorgeschiedenis en genetische factoren. En ten slotte zijn er nog comorbiditeitsstudies die een duidelijke relatie hebben aangetoond tussen epilepsie en diverse neuropsychiatrische stoornissen, waaronder psychose en autisme.

Inmiddels zijn er diverse onderzoeksresultaten die de gedachte ondersteunen dat epilepsie en enkele neuropsychiatrische stoornissen dezelfde pathogenetische origine hebben en dat epilepsie kan worden gerangschikt binnen het spectrum van ontwikkelingsneurologische stoornissen. Een Deense groep (Elin Bertelsen e.a., Pediatrics, 2016;138(2):e20154654) onderzocht in een longitudinale prospectieve populatiecohortstudie de relatie tussen epilepsie en koortsconvulsies op de kinderleeftijd en ADHD. De verzamelde gegevens werden gecorrigeerd voor diverse factoren, zoals perinatale en socio-economische risicofactoren en voor een familiaire voorgeschiedenis met epilepsie, koortsconvulsies en psychiatrische stoornissen.

Bij deze studie werden alle kinderen die in Denemarken tussen 1990 en 2007 waren geboren, tot 2012 vervolgd. Incidentieratio (IRR) en betrouwbaarheidsintervallen (BI) werden met een regressieanalyse beoordeeld, waarbij kinderen met epilepsie en met koortsconvulsies werden vergeleken met kinderen zonder deze aandoeningen. Op deze wijze werden in totaal 906.379 individuen gevolgd gedurende een periode van maximaal 22 jaar. 21.079 kinderen hadden ADHD ontwikkeld. Kinderen met epilepsie hadden een gecorrigeerde IRR voor ADHD van 2,72 (95%-BI 2,53-2,91) vergeleken met kinderen zonder epilepsie. Voor kinderen met koortsconvulsies was het IRR 1,28 (95%-BI 1,20-1,35). En ten slotte kinderen met zowel epilepsie als koortsconvulsies: IRR 3,22 (95%-BI 2,72-3,83). Bij kinderen met epilepsie en/of koortsconvulsies was er dus een significant toegenomen incidentie van ADHD. Kinderen met epilepsie hadden een met 150 tot 200% toegenomen risico op ADHD, kinderen met koortsconvulsies een met 20 tot 35% toegenomen risico.

Het identificeren van kinderen met een hoger risico op ADHD is vooral van belang omdat het ons in staat stelt bijtijds de diagnose te stellen en daarmee bij te dragen aan de kwaliteit van leven van deze kinderen. Het verdient dus aanbeveling bij kinderen met epilepsie of koortsconvulsies alert te zijn op vroege signalen van ADHD, om in een vroeg stadium behandeling te kunnen aanvangen.