Geaccrediteerde nascholing
Menu

Kopballen bij voetballende kinderen: wel of niet gevaarlijk?

1 maart 2016 Illy, Drs. K.E. Geen reacties
Categorie: Blog

Een ANP-bericht van 10 november 2015 luidde: ‘Kinderen onder de 10 jaar mogen tijdens voetbaltraining in Amerika straks niet meer koppen, heeft de Amerikaanse voetbalbond besloten. In Nederland mag de jeugd voorlopig gewoon kopballen blijven maken. Het Amerikaanse besluit om voetbal veiliger te maken voor jonge kinderen moet een rechtszaak tegen de bond afwenden. Vorig jaar begon een groep verontruste ouders een zaak tegen de bond, de FIFA en de organisatie voor jeugdvoetbal. Zij zouden te weinig doen om de hoofdschade bij kinderen bij te houden en te voorkomen.

Om de kwestie van de rechtszaak voor te zijn komt US Soccer nu met regels voor kinderen. Koppen onder de 10 mag niet meer. Kinderen van 11 tot en met 13 krijgen minder training in het koppen. Volgens sommige onderzoeken zorgt het veelvuldig spelen van kopballen voor letsel. De KNVB heeft gehoord van het Amerikaanse besluit, maar neemt op dit moment nog geen standpunt in. “De veiligheid van kinderen is voor de KNVB van groot belang en we gaan zeker kijken naar de plannen van de Amerikanen. Maar op dit moment hebben we nog geen positie ingenomen over het onderwerp”, aldus een woordvoerder.’

Toeval of niet, korte tijd voor dit persbericht verscheen in JAMA Pediatrics (2015;169(9):830-7) een artikel onder de titel ‘An evidence-bases discussion of heading the ball and concussions in high school soccer’ door Comstock et al. Het doel van deze groep uit Colorado was om te beoordelen of er een trend viel te bespeuren in hersenschuddingen bij jongens- en meisjesvoetbal, en om specifieke voetbalblessures en mechanismen te identificeren die aanleiding kunnen geven tot hersenschuddingen. Het betrof een retrospectieve analyse van longitudinale data uit de periode 2005-2014, waarbij een representatieve steekproef van middelbare scholen uit de Verenigde Staten werd genomen. Deelnemers waren jongens en meisjes die in competitieverband voetbalden. Alle informatie werd verkregen dankzij de hulp van alle trainers op de betreffende middelbare scholen.

Bij de studie werd gebruikgemaakt van het begrip athlete exposure (AE): één voetballend kind dat deelneemt aan één training of wedstrijd. Bij meisjes was bij 1.393.753 AE’s in 627 gevallen sprake geweest van een hersenschudding (4,5 hersenschuddingen per 10.000 AE’s). Bij jongens waren dat er 442 bij 1.592.238 AE’s (2,78 hersenschuddingen per 10.000 AE’s). Naar het oordeel van de trainers waren kopballen in 30,6% van de gevallen bij jongens en in 25,3% van de gevallen bij meisjes de oorzaak van een hersenschudding. In de meeste gevallen konden de hersenschuddingen echter worden toegeschreven aan een direct contact met een andere speler: in 68,8% van de gevallen bij jongens en in 51,3% van de gevallen bij meisjes.

Al in de jaren negentig verrichtte neuropsycholoog Erik Matser onderzoek naar de relatie tussen kopballen en hersenschade. Vanaf 1.000 kopballen per seizoen gold: hoe meer er was gekopt, des te groter bleek de achteruitgang van de cognitieve functies. Toch concludeerde de Gezondheidsraad in 2003: ‘De weinige gegevens over mogelijk chronisch hersenletsel door veelvuldig koppen zijn niet eenduidig. De raad ziet daarom vooralsnog geen reden om beperkingen op te leggen aan het koppen of om het gebruik van hoofdbescherming aan te bevelen.’ Wel adviseerde de raad om koptraining aan spelers onder de 16 jaar te schrappen. Reden hiervoor was dat de schadelijke invloed van koppen groter is naarmate de verhouding in massa tussen hoofd (kleiner bij kinderen) en bal kleiner is.

Inmiddels zijn we ruim twaalf jaar verder. De KNVB heeft niet veel gedaan met het advies van de raad, en ook het onderzoek van Comstock lijkt voor de voetbalbond niet meteen aanleiding te zijn het beleid te wijzigen. Gezien het feit dat voetbal bij Nederlandse kinderen verreweg de meest beoefende sport is, is het goed om kennis te hebben van de risico’s van koppen. En wellicht kan ook de Commissie Pleitbezorging van de NVK nog in actie komen.