Geaccrediteerde nascholing
Menu

Maaginhoud meten?

16 maart 2018 dr. T.W. (Tjalling) de Vries, Geen reacties
Categorie: Blog

Op veel kinderafdelingen, zowel NICU’s, PICU’s en gewone couveuseafdelingen, bestaat de gewoonte om bij ziekere kinderen de hoeveelheid maaginhoud te bepalen. De gedachte hierachter is dat de hoeveelheid iets zegt over de maag-darmpassage en dat daarmee een voorspelling kan worden gedaan over het succes van het geven van enterale voeding. Bovendien speelt de angst dat met meer maaginhoud de kans op aspiratie en pneumonie toeneemt. De meting is echter onbetrouwbaar: het is niet zeker of het hele volume wordt afgenomen en er zijn geen referentiewaarden. De handeling verstoort wel de rust van kind en verpleegkundige.

Het viel een groep intensivisten op dat de maaginhoud in alle PICU’s in het Verenigd Koninkrijk routinematig werd bepaald bij beademde kinderen en in Frankrijk bij slechts 60% van de PICU’s. Dat was de reden voor onderzoek. De onderzoekers vergeleken prospectief het beloop bij kinderen opgenomen op een PICU in Lyon (waar nooit de maaginhoud werd bepaald), en kinderen opgenomen op een vergelijkbare afdeling in Liverpool (waar dat wel werd gedaan). De primaire uitkomstmaat was het effect op de inname van calorieën in de eerste dagen. Daarnaast keek men naar het optreden van spugen, necrotiserende enterocolitis en longontsteking bij de beademing.

Zeventachtig kinderen werden geïncludeerd: 42 in Liverpool en 45 in Lyon. De kinderen verschilden niet significant in leeftijd, geslacht of onderliggende aandoening (meestal een medische of neurologische diagnose). De Franse kinderen waren zieker (bepaald met de PIM2-score, een daartoe geëigend instrument), lagen langer aan de beademing en waren langer opgenomen. Er bleek geen verschil in calorische inname gedurende de eerste vier dagen, zo nodig kregen de kinderen namelijk parenterale voeding. Op de vierde dag kreeg 9% van de kinderen zonder meting volledig enterale voeding, in de groep waarin het maagresidu werd bepaald geen enkel kind. Er was geen verschil in het optreden van spugen (beide groepen 7 keer), necrotiserende enterocolitis (kwam niet voor) of longontsteking aan de beademing (met meting 7 per 1000 beademingsdagen vs 5 per 1000 zonder meting (p = 0,7).

Dit is de eerste keer dat deze handeling zo tegen het licht is gehouden. De conclusie luidt dat het bepalen van het volume van de maaginhoud geen zin heeft en dat het geen invloed heeft op de frequentie van spugen of aspireren. Een dergelijk onderzoek is nog niet gedaan bij pasgeborenen. Toch lijkt het zinvol dit wel te doen. Elke zinloze handeling bij een ziek kind moet immers achterwege blijven. Dat geeft het kind, de verpleegkundige én de arts meer rust.

Tume LN, Bickerdike A, Latten L, Davies S, Lefèvre MH, Nicolas GW, et al. Routine gastric residual volume measurement and energy target achievement in the PICU: a comparison study. Eur J Pediatr. 2017;176:1637-44.