Geaccrediteerde nascholing
Menu

Methylfenidaat toch niet zo onschuldig

18 augustus 2016 Illy, Drs. K.E. Geen reacties
Categorie: Blog

Bij de behandeling van ADHD heeft methylfenidaat (MPH) zijn effect genoegzaam bewezen. Er is sprake van een aantoonbare reductie van symptomen als hyperactiviteit en impulsiviteit. Wel zijn er al langere tijd zorgen over de mogelijke cardiovasculaire bijwerkingen bij MPH-gebruik. In 2009 liet een case-controlstudie zien dat er een sterke relatie was tussen het gebruik van stimulerende medicatie bij jongvolwassenen en het optreden van sudden death (1,8%). Daarnaast zijn er recent vijf case reports gepubliceerd met levensbedreigend hartfalen bij MPH-gebruik in Zweden.

Een onderzoeksgroep bestaande uit Zuid-Koreaanse, Canadese en Australische collega’s onderzocht nu of MPH een uitlokkende factor zou kunnen zijn bij kinderen die diverse cardiovasculaire incidenten hadden doorgemaakt: aritmie, hypertensie, myocardinfarct, CVA of hartfalen. Zij publiceerden hun gegevens in BMJ (2016;353:i2550. Doi:10.1136/BMJ.i2550). Als studiedesign werd gebruikgemaakt van zogenoemde self-controlled case series. Met behulp van deze techniek werd gekeken naar de incidentie van iedere cardiovasculaire bijwerking bij kinderen gedurende periodes waarin zij waren blootgesteld aan medicatie, vergeleken met periodes waarin zijn daaraan niet waren blootgesteld.

Men maakte gebruik van de Zuid-Koreaanse database van claims van de landelijke zorgverzekeraars. Deze database bevat alle informatie over diagnoses en medicatie van circa 50 miljoen Zuid-Koreanen. Alle claims over kinderen jonger dan 18 jaar met de diagnose ADHD werden verzameld. Op deze wijze konden 1224 kinderen worden geïncludeerd. Zij hadden allemaal een cardiovasculair incident doorgemaakt en hadden bovendien minstens één periode MPH-medicatie gebruikt.

De groep stelde vast dat er gedurende periodes van behandeling met MPH sprake was van een verhoogd risico op aritmie (incidence rate 1,61; 95%-betrouwbaarheidsinterval 1,48 tot 1,74). Het risico was het hoogste bij kinderen met een congenitale hartafwijking. Er werd geen significant verhoogd risico op het optreden van een hartinfarct gevonden, hoewel het risico hierop wel hoger was bij kinderen in de vroegste periode van MPH-gebruik (8-56 dagen na de start ervan). Een verhoogd risico op hypertensie, CVA of hartfalen kon niet worden aangetoond.

Het krachtige van de studie is dat deze de gehele Zuid-Koreaanse populatie betrof, inclusief alle claims van alle patiënten met ADHD. Tot nu toe was het aantonen van cardiovasculaire effecten van ADHD-medicatie beperkt tot enkele observationele studies. Omdat op deze leeftijd cardiovasculaire bijwerkingen zeldzaam zijn, hadden deze studies steeds onvoldoende kracht om daadwerkelijk tot een bewijs te kunnen komen. De resultaten van de Zuid-Koreaanse studie betreffen echter een grote populatie, met daarmee voldoende kracht.

Met de voortdurende toename van het gebruik van stimulerende middelen (waaronder MPH) bij ADHD verdient het dus nog meer aanbeveling om uiterst voorzichtig de evidente voordelen van deze medicatie af te wegen tegen de potentiële cardiovasculaire gevaren.