Geaccrediteerde nascholing
Menu

Narigheid op kinderleeftijd en late gevolgen daarvan

11 december 2017 dr. T.W. (Tjalling) de Vries, Geen reacties
Categorie: Blog

Adverse childhood experiences (ACE’s) zijn ernstige negatieve psychosociale ervaringen op de kinderleeftijd. Voorbeelden hiervan zijn kindermishandeling, opgroeien in een eenoudergezin, een vader of moeder met een psychiatrische ziekte, een verslaving of een veroordeling tot gevangenisstraf. Dergelijke ervaringen zijn niet alleen naar op de kinderleeftijd maar hebben ook nadelige gevolgen op oudere leeftijd. Het doormaken ervan geeft later in het leven een verhoogde kans op aandoeningen als depressie, kanker, hart- en vaatziekten en voortijdig overlijden. Het meemaken van meerdere van zulke ervaringen geeft een nog hogere kans op dergelijke aandoeningen.

In Canada werd onderzoek gedaan naar de effecten van deze ACE’s op perinatale pathologie. Hiervoor werd een groep van ruim 500 moeder-kindparen gevolgd. De moeders vulden vragenlijsten in over het doorgemaakt hebben van ACE’s in hun kinderjaren. Ongeveer 240 (47%) van hen hadden geen ACE doorgemaakt, 200 (40%) meldden dat ze een tot drie ACE’s hadden doorgemaakt en 65 (13%) gaven aan vier of meer ACE’s te hebben doorgemaakt. Na correctie voor verschillende factoren, zoals ras en socio-economische status, bleek in de groep met meer dan vier ACE’s het risico op een medisch probleem (bij de moeder diabetes, hypertensie en bij het kind prematuriteit, laag geboortegewicht, extra zuurstof of beademing nodig, opname op een neonatale intensivecareafdeling) groter dan bij de groep zonder ACE: odds ratio (OR) 2,18 (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 1,22-3,89). Hetzelfde gold voor psychosociale problemen zoals laag gezinsinkomen, eenoudergezin, laagopgeleid. In de groep met meer dan vier ACE’s was het risico daarop verhoogd: OR 4,46 (95%-BI 2,34-8,50). Narigheid op de kinderleeftijd heeft later dus niet alleen nadelige gevolgen voor het individu maar ook voor de volgende generatie. Als mogelijke factoren die dit zouden kunnen verklaren, noemen de auteurs verstoringen in de hypofyse-bijnieras en immunologische of metabole disbalans.

De uitdaging zal zijn deze kinderen niet alleen tijdig op te sporen, maar ook effectieve interventies te ontwikkelen die hen helpen en beschermen. Daar ligt ook het belang voor de kinderarts. Deze moet kinderen die meerdere ACE’s meemaken herkennen en hulp bieden. In groter verband betekent het dat kinderartsen hiervoor maatschappelijke aandacht zullen moeten (blijven) vragen.

Shonkoff JP, Garner AS, Siegel BS, Dobbins MI, Earls MF, McGuinn L, et al. The lifelong effects of early childhood adversity and toxic stress. Pediatrics. 2012;129:e232-46.
Madigan S, Wade M, Plamondon A, Maguire JL, Jenkins JM. Maternal adverse childhood experience and infant health: biomedical and psychosocial risks as intermediary mechanisms. J Pediatr. 2017;187:282-9.