Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 5500 appendectomieën uitgevoerd bij kinderen jonger dan 20 jaar. Het percentage normale appendices dat wordt verwijderd loopt op tot 20%, afhankelijk van leeftijd en geslacht. Het risico op postoperatieve complicaties is ongeveer 10%, ook bij verwijdering van een normale appendix. Naar aanleiding van deze cijfers heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde in 2010 een richtlijn opgesteld voor de diagnostiek en behandeling van acute appendicitis. Deze richtlijn is vooral gericht op de diagnostische aanpak bij de patiënt met een verdenking op een appendicitis en op de rol van aanvullende beeldvormende technieken. In alle gevallen wordt echografie aanbevolen en bij een echo met onzekere uitslag kunnen meerdere strategieën worden gevolgd. In de dagelijkse praktijk leidt deze richtlijn echter ook tot enkele knelpunten. In dit artikel worden zowel de richtlijn zelf als deze knelpunten besproken.
Auteurs |
Gorter, Drs. R.R.
Zuidam, Drs. D.J. van Heij, Prof.dr. H.A. |
---|---|
Rubriek | Vertaling richtlijn naar de algemene praktijk |
Publicatie | 17 december 2014 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 8 - editie 4 - Nummer 4 | Leentjebuur en kleine kwalen |
Na het lezen van dit artikel: