De behandeling van zwangerschappen gecompliceerd door hemolyse als gevolg van irregulaire maternale antistoffen vergt een multidisciplinaire aanpak, zowel tijdens de zwangerschap als in de postnatale periode. Tijdens de zwangerschap worden de antistoftiter en de antibody-dependent cellular cytotoxicity (ADCC) in het serum van de moeder regelmatig gecontroleerd. Zwangerschappen met een reëel risico op hemolyse worden gemonitord met regelmatige prenatale echo’s. Bij tekenen van foetale anemie kan een intra-uteriene transfusie worden verricht. Postnataal richt het beleid zich op het voorkomen van complicaties van hyperbilirubinemie, door behandeling met intensieve fototherapie. Bij onvoldoende effect kunnen een of meer wisseltransfusies geïndiceerd zijn. De kinderarts moet alert zijn op het ontstaan van een late anemie als gevolg van continuerende hemolyse, waarvoor een of meer erytrocytentransfusies nodig kunnen zijn. Reguliere postnatale controle van het hemoglobinegehalte is daarom geïndiceerd tot drie maanden post partum.
Auteurs |
de Winter, D.P.
Verweij, E.J.T. Wintjens, V.E.H.J. Lopriore, E. |
---|---|
Rubriek | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 9 maart 2022 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 16 - editie 1 - Nummer 1 | Hematologie en transfusie |
Na het lezen van dit artikel: