De benaming ‘metabool syndroom’ verwijst naar het gezamenlijk vóórkomen van enkele risicofactoren voor hart- en vaatziekten: glucose-intolerantie (diabetes mellitus type 2, verstoorde glucosetolerantie of verhoogde nuchtere glucose), insulineresistentie, hypertensie, ‘centraal’ overgewicht (viscerale adipositas), dislipidemie (lage serumconcentratie HDL-cholesterol, hoge serumconcentratie triglyceriden). Het ‘syndroom’ heeft geen specifieke behandeling en alle ‘symptomen’ samen geven geen andere prognose wat betreft hart- en vaatziekten en diabetes dan uit de afzonderlijke symptomen blijkt. Ook over de pathofysiologie bestaat nog geen zekerheid. Vanwege deze argumenten bestaat er nog veel discussie over het bestaansrecht van het metabool syndroom. Herkenning van het cluster van symptomen helpt ons echter om een betere inschatting te maken van de gezondheidsrisico’s in de groeiende groep obese patiënten. Dit artikel bespreekt de belangrijkste elementen uit het metabool syndroom aan de hand van een casus.
Auteurs |
Mil, E.G.A.H., van
Akker, mevr. Dr. E.L.T. van den |
---|---|
Rubriek | Casuïstiek |
Publicatie | 3 juni 2010 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 4 - editie 2 - Nummer 2 | Obesitas |