Veel kinderen hebben hypermobiele gewrichten. Sommige kinderen hebben voordeel van hun hypermobiliteit terwijl andere juist spier- en gewrichtsklachten of chronische pijn ontwikkelen. Ook komen systemische klachten voor, zoals chronische vermoeidheid, buikklachten en tekenen van dysautonomie. Hypermobiliteit is vaak familiair, lijkt dominant over te erven en kan een symptoom zijn van een erfelijke bindweefselaandoening. Bij de meeste kinderen wordt hypermobiliteit niet verklaard door een onderliggende erfelijke of syndromale aandoening en wordt de diagnose hypermobiliteitsspectrumaandoening (Hypermobility Spectrum Disorder; HSA) gesteld. Met de beightonscore kan vanaf de leeftijd van 6 jaar de mate van hypermobiliteit valide worden vastgesteld. Tijdige behandeling kan complicaties op langere termijn voorkomen en bestaat uit fysieke training en soms ook gedragsverandering. Bij enkelvoudige problematiek kan dit worden verzorgd door de kinderfysiotherapeut. Bij onvoldoende resultaat van kinderfysiotherapeutische behandeling en bij serieuze comorbiditeit is multidisciplinaire revalidatiebehandeling met betrokkenheid van een psycholoog geïndiceerd.
Auteurs |
Engelbert, R.H.H.
Menke, L.A. Rossum, M.A.J. van , |
---|---|
Rubriek | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 19 december 2023 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 17 - editie 4 - Nummer 4 | Bewegingsapparaat |
Na het lezen van dit artikel: