Trombocytopenie komt voor bij ongeveer 1-5% van alle pasgeboren en kan veel verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken bij premature neonaten zijn intra-uteriene groeiretardatie (verminderde aanmaak), necrotiserende enterocolitis en sepsis (versterkte afbraak). Bij zieke à terme neonaten is de oorzaak vaak een sepsis, bij niet-zieke à terme neonaten moet foetale neonatale allo-immuuntrombocytopenie (FNAIT) worden uitgesloten. De relatie tussen de ernst van de trombocytopenie en het bloedingsrisico is complex. Waarschijnlijk spelen andere risicofactoren voor bloedingen een grotere rol dan de ernst van de trombocytopenie. Er zijn geen studies die een gunstig effect van trombocytentransfusies op het bloedingsrisico hebben laten zien. Een recente trial liet juist een verhoogd risico op bloedingen en mortaliteit zien als er meer trombocytentransfusies werden gegeven. Terughoudend transfunderen, alleen wanneer het trombocytengetal lager dan 25×109/l is, wordt dan ook aanbevolen.
Auteurs |
Fustolo-Gunnink, S.F.
Lopriore, E. |
---|---|
Rubriek | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 9 maart 2022 |
Editie | Praktische Pediatrie - Jaargang 16 - editie 1 - Nummer 1 | Hematologie en transfusie |
Na het lezen van dit artikel: